Story / PS / 2013
Short Stories: het album dat we niet hadden willen missen
door Piet Snijders
Nauwelijks stond in maart 2013 de prachtige muziekclip Fanmail op YouTube, of de fans van de Heldense rockmuzikant Ton Engels vroegen om een hele cd van diens nieuwe alter ego Mister Inglish. Ze moesten geduld oefenen, want Engels is geen zanger die zomaar even een album uit de mouw schudt. Dat deed hij niet als frontman van de eeuwig sluimerende rockband Blowbeat, niet als de gedegen Limburgse Liedermacher die hij de laatste vijftien jaar was, en als Mister Inglish al helemaal niet. Zijn Mister Inglish-album, laat hij zelf weten, is zelfs 'jaren onderweg geweest'.
Het hartelijke welkom dat Fanmail op YouTube ten deel viel, zal Ton Engels/Mister Inglish hebben gesterkt in zijn plannetje om nu eens een cd op te tuigen, zoals hij nog nooit eerder gedaan had. Met koortjes, met gastmuzikanten, met alles wat de muziek in zijn ogen nodig had. Eind augustus trakteerde Engels zijn YouTube-fans op een tweede voorproefje van de naderende cd, het relaxte nummer The French Coast. Wederom gebed in een artistieke clip met subtiele humor. 'Taken from the album Mister Inglish - Short Stories', stond er nu bij en: 'available 15 november 2013'. Vanaf dat moment was er geen weg meer terug.
En nu is het album Short Stories klaar en moet onvermijdelijk een oordeel worden geveld. Is het iets? Is ie de inspanning waard?
Het antwoord op beide vragen is ondubbelzinnig: as de klutjes! Short Stories is een heerlijke plaat. De makers - zanger/multi-instrumentalist Ton Engels en zijn Blowbeat-companen Arthur Lijten (drums en zang), Eric Coenen (bas en zang) en Leendert Haaksma (gitaar) - mogen er trots op zijn. En dat geldt evenzeer voor de tientallen 'figuranten' die aan dit product hebben meegewerkt.
Inhoudelijk is het album een ode aan alle goede popmuziek die er sinds de sixties is gemaakt. In zijn uitvoering getuigt de plaat van een grote dosis muzikaliteit, spetterend speelplezier en de motivatie om een bijzonder artistiek/ambachtelijk product af te leveren.
De cd gaat als een vliegende storm van start. Na de verlegen openingsfrase Mister Inglish, tell me your stories wordt de vragenstelster omvergeblazen met een scheurende gitaarriff à la Deep Purple of Led Zeppelin. Het blijkt de opmaat naar Fanmail, het Blowbeat-achtige openingsnummer. Op Short Stories blijft de scheurende gitaar niet de enige verwijzing naar de pophistorie. Het album staat bol van de citaten; die vormen zelfs de rode draad.
In de ogen van Rockacademie-docent Ton Engels/Mister Inglish vormen de sixties en de seventies de absolute Gouden Eeuw van de popmuziek en kunnen de groten van toen nooit genoeg worden geëerd. Engels noemt Fanmail dan ook de 'spilsong' van het nieuwe album. Hij dicht daarin de lof op zijn persoonlijke popidolen en via het klagende refrein It's not the same anymore betreurt hij het heengaan van zijn helden. Ze worden in het huidige poptijdperk weliswaar nagebootst, maar nooit geëvenaard, laat staan voorbijgestreefd. In deze geloofsbelijdenis gunt Engels zichzelf ook een plaatsje, maar wel bedolven onder zelfspot.
In Surviving on a riff blijkt Mister Inglish een singer-songwriter die zich met zijn Limburgse evenknie kan meten. Een prachtig ingehouden nummer over een onverstoorbare muzikant, die zich elke dag naar een rustige plek begeeft om er welhaast in trance een vast riedeltje op zijn toeter te oefenen. Tot hij daarmee een graad van perfectie bereikt waarop Mister Inglish slechts jaloers kan zijn: 'I wish I could play like that'. Engels bezingt dat tafereel in zo'n trefzekere beeldtaal, dat je geen koperblazer voor je ziet, maar een sluipschutter die op een kaal zolderkamertje zijn Walther G-22 ritueel in elkaar schroeft om zich van God weet welke heilige taak te kwijten. Sniper-style, zingt Mister Inglish ingetogen. Maar juist die soberheid is bedrieglijk. Met zulke supergeconcen-treerde beelden geeft Engels zijn songs vaak een andere of een veel diepere lading mee dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Als toonkunstenaar/arrangeur doet hij hetzelfde. Hier een subtiel achtergrondkoortje, daar een vleugje harmonium, ginds een snufje hammond. Het lijken achteloze inkleuringen, maar ze zijn nooit zonder betekenis. Soms versterken ze het beeld, soms halen ze het beeld juist onderuit. Om het allemaal te doorgronden kun je maar één ding doen: Short Stories luisteren en herbeluisteren. In Visit The Spot roept Mister Inglish in een Zappaiaanse setting welhaast spottend op om ons naar DE plek te begeven waar alles gebeurt.
Die plek kan net zo goed een schoolkantine vol elkaar kopiërende leeghoofden zijn, als de roemruchte G-spot, waar tenslotte slechts telt of je integer bent. 'Being sincere in everything you do', zingt Mr. Inglish. Weer zo'n dubbele bodem: op het eerste gezicht een vrolijk nummer; bij nader inzien een serieuze speurtocht naar de essentie der dingen. Qua sfeer sluit Visit the spot aan op Blowbeat's Songs From The Crazy Planet (2005), in het bijzonder op het openingsnummer Do The Lip van die cd.
In The BDFB-song bezingt Mister Inglish de gekmakende leegte op Fisher Island, een ongelofeloos luxe resort voor de kust van Miami-Florida, tegenwoordig bewoond door miljardairs van het kaliber Oprah Winfrey. De tekst van deze song leende Engels grotendeels van Buffi Duberman, zijn collega-docent aan de Tilburgse Rockacademie. Zij is een taalperfectioniste en komt daarmee dicht in de buurt van Ton Engels. Muziektechnisch gezien is The BDFB-song een strak gitaarrocknummer, passend in de Blowbeat-traditie.
De ballad The French Coast is een tragikomische short story, waarin Mister Inglish aan de Bretonse kust gedwee achter zijn lief aanhobbelt. En zij, gevangen in haar eigen wereldje, ziet niet eens hoe hij zich in de hete zon verbrandt. Arme Mister Inglish. Kan hij niet beter verstenen en zich te Carnac bij de megalieten voegen om daar enkel nog de tijd te trotseren? In dit nummer lijken van afstand zelfs de zoetgevooisde Everly Brothers uit de pre-historie van de popmuziek mee te zingen. Het up-temponummer Skeleton gaat over de grote en kleine geheimen van iedereen: de lijken in de kast, waarvan je niet wilt dat een ander ze ontdekt. Advies van Mister Inglish: niet druk om maken; iedereen heeft ze. In het tweede deel wordt de luisteraar via een zinderend hammondorgel in een draaikolk van vette rock het nummer in getrokken. Reminiscenties aan Little Feat?
The Number is een even wrange als leerzame short lovestory: een onaardse schoonheid verliest haar beurs en krijgt die terug van de eerlijke vinder. Als beloning krijgt de sukkel haar valse telefoonnummer. Nooit zal hij haar terugzien, toch blijkt hij de winnaar. Want hij draagt de vluchtige ontmoeting verder met zich mee als de gelukkigste twee minuten van zijn leven, de belofte aan iets goddelijks. De titel After the goldrush (part two) refereert uiteraard aan Neil Young. Waar deze in de nineteenseventies een geestverruimende trip maakte, staat Mister Inglish een half mensenleven weer met beide voeten op de grond. Hij heeft de schat gezocht en niet gevonden. Maar geen nood, want die de schat ontdekt sterft toch maar ongelukkig. Intussen heeft hij wel de Schoonheid van het Verdriet ontdekt en verdomd, hij is ermee tevreden. Muzikaal gezien echoot Steely Dan in dit nummer door. Om in Wild West ogenblikkelijk plaats te maken voor de Randy Newman-achtige zelfspot van een gewezen outlaw, die bleef steken in een slaperig stadje waar hij slechts doorheen had willen trekken. Zijn paard liep verder zonder hem, iemand stal zijn colt en zijn lief zocht haar heil bij een ander. Probeer dan maar eens outlaw met de outlaws te blijven. De hoofdrolspeler lijkt sterk op Ton Engels' Cojboy zonger Paerd, maar vul je voor hem een rockmuzikant in, dan krijg je een heel andere vergelijking.
Met het citeren van allerlei popstijlen bewijst Ton Engels/Mister Inglish zijn grote meesterschap. Hoeveel popmuzikanten in ons land kunnen dat en kunnen dat zo overtuigend? Het is alsof we met een Picasso te maken hebben, kubist, neoclassicist, surrealist en abstract schilder tegelijk. En met Short Stories heeft Mister English een prachtig geslepen diamant toegevoegd aan de Nederlandse popmuziek. In al zijn facetten een album dat we niet hadden willen missen!