Wermer As Vandaag / SPL Playground / 2001
Interview Ton Engels Marcel Tinnemans
PlayGround SPL 2001
Wermer as Vandaag is het tweede album van Ton Engels.
De vraag is: wie is de persoon achter de dialectliedjes?
Een interview met de singer/songwriter en tevens docent aan de rockacademie te Tilburg, Ton Engels, voelt als een duik in een rijkelijk gevulde platenkast. Terwijl je tijdens het ontdekken van een klassiek album de daaraan klevende herinneringen nog intens opsnuift dienen zich al weer tal van andere hoogtepunten aan. Flaneren dus, langs het beste van het beste, terwijl Ton gepassioneerd vertelt over muzikanten als: Zappa, Waits, The Beatles en Dylan. Af en toe dreigt de ongebreidelde passie de essentie van het gesprek onder te sneeuwen. De reden voor dit interview is namelijk niemand minder dan Ton zelf. Onlangs verscheen zijn tweede album, getiteld Wermer as vandaag. Een schijfje gevuld met louter Limburgstalige liedjes. Overigens, wie nu wil afhaken met lezen, omdat hij of zij dialectpop te belegen vindt: vermant u! Jullie missen namelijk een interessante kijk in de keuken van een rasmuzikant.
De historie van Antonius Jacobus Marie Engels (47) valt te kwalificeren onder de noemer: prototype rockzanger in spe.Gezegend met manen, langer dan een paard (kijk voor de aardigheid eens op zijn website), en “een eigen wil om te ontdekken” stort Ton zich al op vroege leeftijd op de gitaar. Intussen struint hij de in de naburige dorpen gelegen jeugdhonken af, op zoek naar interessante live-acts. “In Panningen leefde meer een covercultuur”, zegt hij over zijn geboortedorp. “Niet dat daar iets mis mee is”, lijkt hij zich onmiddellijk te willen verontschuldigen, “maar ik zocht toch meer het avontuurlijke, het progressieve. In ieder geval niet de Henny Huisman cultuur van kopiëren en gekopieerd worden.” Dat brengt ons met een reuzenstap bij de eerste serieuze band waar Ton deel van uit maakte: Blowbeat. Een avontuurlijke en tikkeltje vooruitstrevende band, die veel aanhang genoot onder collega-muzikanten. Stijl? Hij lijkt er zelf moeite me te hebben om een juiste term te vinden. “Ik denk toch wel dat het rare muziek was”, antwoordt hij na enig denkwerk. “Een beetje Zappa, een beetje King Crimson, funk, gekte. In ieder geval een lekkere combinatie. Sowieso kon iedereen in die band een ‘dapper nootje’ spelen. En we hebben wat afgespeeld zeg, vooral in Duitsland. Vijf, zes avonden in de week, en altijd onderweg.” Een heel scala van artiesten die ooit in de band speelden passeert intussen de revue. Een groot aantal blijkt nu overigens deel uit te maken van ‘De medeplichtigen’, de huidige begeleidingsband van Ton. “Waarom Blowbeat in Limburg commercieel nooit echt voet aan de grond heeft gekregen?”, herhaalt hij de vraag. “Toch te eigenwijs denk ik.” Blowbeat heeft overigens nog twee albums uitgebracht te weten: ‘Blowbeat’ en ‘Chainsaw Melodies’.
“Limburgs zingen wil niet zeggen dat ik er niet over nadenk.”
Een ‘verse’ krant op tafel is aanleiding om door te schakelen naar zijn huidige carrière. Terwijl Ton snel de top tien van L1 doorneemt en gekscherend, “wat sta ik niet meer eerste”, opmerkt, legt hij uit dat het switchen van Engels naar dialect niet meer dan een logisch stap was. Hij ziet ook niet zulke grote verschillen. Hij denkt zelfs dat het in zijn voordeel werkt, “want het liedje krijgt nu nog meer de kans om centraal te staan.” Volgens Ton trouwens ook een gevolg van solomuzikant zijn. “Je kan je eigen ideeën namelijk beter uitwerken”, zegt hij, “en je hoeft pas in een later stadium andere muzikanten op je creatie los te laten.” Over het nieuwe album is hij derhalve dik tevreden. Alleen het feit al dat ik met enkele waanzinnig goede artiesten heb kunnen werken” -die hem precies aanvoelden tijdens de opnamen van ‘Wermer as vandaag’- “was een genot.” Wat anderen over het resultaat vertellen? Dat raakt hem minder. “Er wordt al zoveel verkondigd.” Hij neemt de meegenomen Playground ter hand en pakt zijn recensie er als bijvoorbeeld bij. Ik ben dus juist super tevreden met het geluid, terwijl dat dat hierin, (al lezend) als matig bestempeld wordt.” Hij lacht even in zichzelf en vervolgt, “we hebben deze keer zelfs bewust afgezien van een overvolle productie. De sfeer telde vooral.” Ook als hij terugdenkt aan de vergelijkingen die recesenten over zijn stem maken, “waaronder zangers die ik zelfs qua geluid haat”, glimlacht hij. Hij trekt zich daarom niet zoveel meer aan van wat er gezegd wordt. Zijn opmerking komt overeen met het verwachtingspatroon dat hij inmiddels zelf heeft aangemeten. De muziekwereld is volgens Ton namelijk steeds meer een loterij waarin de verhoudingen kwaliteit succes absoluut niet met elkaar overeenkomen. “Kijk maar naar Frans Bauer en Big Brother, die zijn kwalitatief toch zeker niet maatgevend mag ik hopen. Ook al zijn ze nog zo succesvol.”
President Ton
Als muzikant en ook als mens vergelijkt hij zich, “als het moet”, met de wereld van een wielrenner. Weliswaar onder de vleugels van een ploeg maar toch iemand die op het moment surpreme alles alleen moet doen. Afzien, doorgaan, en incasseren maar uiteindelijk wel zegevierend. Maakt het van hem een ‘einzelganger’? “Ja”, antwoordt hij, “ik denk het wel. Maar ook een realist, hoewel. Ik zou eens wat vaker mijn egoïstische kant moeten aanspreken.” Hij peinst. Op de vraag of dat betrekking heeft op zijn platenmaatschappij ontkent hij. “Marlstone geeft me voldoende steun, en laat me verder met rust. Dat bevalt me.” Waarom dan meer egoïstisch? “Vroeger leerde je op school aap, noot, mies. Nu leren ze al van kinds af aan “ ik”. Dat ikke zit er bij mij misschien te weinig ingebakken.” Ton geeft vervolgens een aantal voorbeelden waaruit blijkt dat de muziekwereld in zijn ogen verandert. Hij noemt Krezip waarvan hij enkele leden in de klas heeft zitten aan de Rockacademie in Tilburg. “Het is toch vreemd”, bedenkt hij zich. “Voor de vakantie is nog alles rustig rond die band maar zes weken later zitten ze in je klas en verkopen ze in week meer platen dan ik in heel mijn leven.” Gelukkig heeft de band de hype rondom het succes, aldus Ton, strak in handen. “Want ze zouden er onderdoorgaan”, zegt hij verzekerd. “Het zijn tenslotte nog maar kinderen.” Daarmee belanden we op het punt van zijn persoonlijke doelstellingen. Wat wil hij bereiken? Hij aarzelt geen seconde. “Liedjes schrijven”, antwoordt hij. “Mijn eigen norm vastleggen en daar zelf telkens weer aan kunnen voldoen. En vooral blijven schrijven wat ikzelf wil en kan.” Gebruikt hij deze woorden ook tijdens zijn college songschrijver? “Ja, zo ongeveer. Ik houd mijn studenten altijd voor dat ze moeten proberen datgene wat zij denken te willen zeggen, ook daadwerkelijk zo zeggen. En ontwijk zoveel mogelijk de druk van het succes, het werkt alleen maar negatief.” Of het in het Engels, Nederlands of dialect verpakt moet zijn? “Dat is niet belangrijk”, vindt hij. “Het inhoudelijke is wat telt. Hardrock, punk, pop of grunge: als je maar in jezelf gelooft. Dan heb je sowieso het belangrijkste deel al gewonnen. En durf het aan om je nek uit te steken. Of zoals Lisa Ashman ooit zei: Don’t give them what they want too hear, but give them what you want them to hear. Met deze filosofie een laatste vraag: wat als Ton een dag president was? Dan zou ik direct aftreden”, zegt hij lachend. “Ik ben tenslotte muzikant, niet meer en niet minder.”
Meer info check: www.tonengels.nl