Pop en Jazz Zijn Al Lag Niet Meer Gescheiden / FRET / 2006
Pop En Jazz Zijn Al Lang Niet Meer Gescheiden
Egbert Derix & Ton Engels
FRET – Marcel hearkens 2006
Egbert Derix geniet internationale faam in de jazzwereld als pianist/componist van het Searing Quartet en werkte samen met Leo Janssen, saxofonist/klarinettist van het Metropole Orkest. Ton Engels is bekend van zijn baanbrekende werk van het gitaarcollectief Blowbeat en zijn Limburgstalige soloplaten. Onlangs kwam het tweetal op de proppen met IN HET ZUIDEN OPKLARINGEN, een album vol fascinerende luisterliedjes waarop twee schijnbaar verschillende werelden vlekkeloos in elkaar overvloeien.
Door Marcel Haerkens
Jullie album is goed ontvangen. Hadden jullie dat verwacht?
Engels: “We beseften wel degelijk dat het een heel uitgesproken album zou worden. Mijn teksten gebaseerd op de muziek van Egbert. Een sobere en eenvoudige aanpak. Alleen de piano van Egbert, Reyer Zwart op contrabas en Arthur Lijten op drums. Wolkje gitaar en melodica en verder zo straight mogelijk geregistreerd. Met Blowbeat of De Medeplichtigen waait de muziek alle kanten uit. Het contrast met Egbert’s muziek, die harmonisch en melodisch veel complexer is, is groot. Ik heb me het schopmpes moeten oefenen om zijn melodielijnen goed te leren zingen. De gedachtegang was dat mensen die bereid zijn te luisteren naar muzikanten die nog eens iets aparts willen uitproberen aangenaam verrast zouden worden. Dat is wel gelukt, denk ik.
Hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
Derix:”Ton heeft het initiatief genomen. Hij hoorde een plaat van het Searing Quartet en heeft bij twee nummers een tekst geschreven.” Engels:”Dat was Starling Hill. Twee tracks heb ik spontaan in mijn studio opgenomen en daar teksten bij gemaakt. Vervolgens heb ik Egbert opgebeld en hem uitgenodigd om eens te komen luisteren. In korte tijd hebben we toen twaalf liedjes bij elkaar gekregen. Met een paar vrienden run ik een label, dus die plaat is er ook gauw gekomen. Ik vind het altijd fijn als er dingen op mijn pad komen, waardoor ik gedwongen word de zaak vanuit een andere invalshoek te bekijken. Om als muzikant niet in routine te vervallen, moet je soms de bakens rigoreus verzetten.” Derix:”Dat geldt ook voor mij. Het was voor het eerst dat ik op deze manier een project heb opgestart en samenwerkte met iemand die liedjes met teksten schrijft. Ik vond het ook heel prettig om met Ton over het schrijfproces te praten. Zo kwam ik er al heel snel achter dat onze ideeën over muziek maken meer raakvlakken hebben dan ik had gedacht..”
Toch zijn het muzikaal gezien twee verschillende werelden die bij elkaar komen.
Zwartwit gesteld: de singer-songwriter schrijft een kant- en klaar liedje, terwijl in de jazz juist veel geïmproviseerd wordt. Derix:”In principe verschilt onze manier van werken niet zoveel. Je hebt een bepaalde structuur; een thema, melodie of akkoordenreeks die vaststaat. Bij het Searing Quartet wordt daar dan vervolgens overheen geïmproviseerd. De opzet van In Het Zuiden Opklaringen komt daar wel een beetje mee overeen. We hebben het wel bewust compact gemaakt. Als er woorden aan vast zitten krijgt zo’n stuk ook meteen een letterlijke betekenis en dat is dan bepalend voor de sfeer. Ik zou het ook vreemd hebben gevonden als je eerst een gezongen couplet hoort, daarna een ellenlange freakerige solo en vervolgens weer een couplet. Die compactheid van een liedje moest er wel zijn.” Engels:”Pop en jazz zijn niet meer zo strikt gescheiden als pakweg veertig jaar geleden. Luister maar eens naar Stevie Wonder, Steely Dan. Frank Zappa of Prince. Daarin komen veel dingen voorbij die zo uit de jazz zijn overgenomen. Bovendien staat er genoeg op de plaat die niet onder die noemer valt. Wat me erg aansprak in de muziek van het Searing Quartet was het Europese karakter ervan. Het klinkt soms bijna modern-klassiek. Liedjes op onze plaat als Vannacht en Wuppertal hebben dat ook een beetje. Dat is voor mijn gevoel niet per se jazz.”
Je hebt ooit verteld dat de Nederlandse taal geen optie voor je was. Waarom nu opeens wel?
Engels:”Dat broeide eigenlijk al langer. Met Blowbeat, waarvan binnenkort een nieuw album verschijnt, schrijf ik in het Engels en ik heb ook weer plannen voor een dialectalbum. Dat kruist zich nergens. Ik heb zelden een bestaande tekst van me omgezet in een andere taal. Dat komt omdat mijn teksten ontstaan vanuit de klank, al moet het natuurlijk ook wel zeggingskracht hebben. Het toeval wil dat ik net voor de samenwerking met Egbert bezig was met een ander project. Ik wilde een soort verzameling maken van mijn Limburgse albums en een aantal songs in het Nederlands vertalen. We hadden zelfs al een aantal tracks ingespeeld. De teksten waren fatsoenlijk vertaald en er was goed gespeeld en toch voelde het allemaal niet lekker. Dat frustreerde me mateloos. En net toen hoorde ik de cd van het Searing Quartet. Op de een of andere manier was er iets in de melodieën van Egbert waardoor alles ineens op zijn plaats viel.”
Aan dit samenwerkingsverband komt dus voorlopig nog geen einde?
Engels:”Wat mij betreft niet, nee. Egbert heeft al weer wat fraaie stukken geschreven, dus als duo zullen we zeker nog wel eens een poging wagen.”
Derix:”Daar sluit ik me bij aan. Mocht het te druk worden naast mijn andere bezigheden, dan zou dat alleen maar een luxeprobleem zijn”.
Engels:”Je moet bedenken dat deze cd pas een paar maanden oud is, we zijn vooral met promotiezaken bezig en treden tussen de bedrijven door ook nog een paar keer samen op. Het is als een kleine inktvlek die alsmaar een stukje verder uitvloeit. Elke week winnen we weer een paar zieltjes.