Limburger In Brabant / POPEI Magazine / 2001
PopEi – Juli 2001
Interview met Ton Engels
Tekst: Ferenc Koolen.
Ton Engels. Oftewel: een Limburger in Brabant en daarnaast liedjesschrijver, zanger, gitarist en docent aan de Rockacademie in Tilburg.
Hij maakte begin jaren ’90 furore in met name Duitsland met zijn band Blowbeat en vorig jaar werd zijn Limburgstalige CD “Wermer as vandaag” uitvoerig in de vaderlandse pers besproken.
Een ontmoeting met een markant persoon.
Na jaren in het Engels geschreven en gemusiceerd te hebben met zijn band Blowbeat ontdekte Ton Engels als bij toeval dat er ook in het Limburgs smaakvol gezongen kan worden. Op de 40-jarige bruiloft van zijn ouders speelde hij “Goodnight Irene”, een klassieker van blueslegende Leadbelly in het Heldens dialect en warempel; het werkte en al snel had Engels zo’n 10 liedjes bij elkaar en even later verscheen “Plat” bij Marlstone Records.
“Ja, ik vond het erg lastig om in het Nederlands te zingen, het klinkt bij mij gewoon niet, het klinkt zo koud en hard, dus dat was nooit een optie. In het Engels dan maar? Zoals altijd……? Hoe dan ook, het is een soort van façade dat Engels, want we zijn nu eenmaal geen Engelstalige mensen. We vinden die traditie van de popmuziek zo mooi dat het gewoon lijkt te worden dat een band altijd maar in het Engels moet zingen, uitzonderingen natuurlijk daargelaten.
Als ik muziekles geef en Boudewijn de Groot liedjes mee zing merk ik gewoon dat het Nederlands voor mij te vierkant is. Het niet opschiet……met grote laarzen door de modder. Bij iemand als Thé Lau, die heel spaarzaam is in zijn teksten en vaak ook puur op klanken gaat, werkt het wel, maar ik ben meer het type lulhoer en moet het vooral ook van mijn verhaal hebben. Voor mij moet een taal lenig zijn, zingerig, gestroomlijnd….’hedde gij da ok’, zeggen ze hier in Asten in plaats van ‘heb jij dat ook’, het wordt als het ware aan mekaar gelijmd. Toen, na die ervaring op die bruiloft, kwam ik erachter dat wanneer ik in het Limburgs zing, de gebruikelijk ABN problemen wegvallen. Je merkt het ook aan de
reacties bij het publiek, het is gewoon veel puurder en het dwingt bijna meer nog tot luisteren en da’s wel mooi voor een liedjeszanger.”
Na “Plat” in ’95 kwam vorig jaar dus “Wermer as vandaag” uit. Een prachtig, warm album, van blues tot pop en van rock tot folk. De uit Helden-Panningen afkomstige Ton Engels, maar al jaren in Asten woonachtig, tovert hierop met taal, muziek en levenskunst. Zijn teksten zijn autobiografisch en maatschappijkritisch te noemen, vaak bol van het optimisme, dan weer melancholisch van aard, maar meestal vol van zelfspot en ook de humor laat Engels niet onberoerd. kan als tekstschrijver alleen maar autobiografisch schrijven. Als je het namelijk heel nadrukkelijk niet over jezelf hebt, heb je het toch op een heel persoonlijke manier niet over jezelf. Kijk, Zappa kreeg onlangs nog de kritiek dat hij alleen maar dingen beschreef of cynisch zaken neersabelde, maar nooit iets van zijn eigen ziel op tafel legde. Maar als je dan weet wat hij allemaal geschreven en gecomponeerd heeft, zegt dat volgens mij ontzettend veel over zo iemand. Beetje minder direct, hooguit. is niet alles maar autobiografisch wat er op “Wermer as vandaag”staat. Er zitten altijd elementen bij van de fantasie, maar dat is ook inherent aan het vertellen van verhalen, want dat is eigenlijk wat ik doe. Hier en daar zit er wat van anderen in, dan is er weer wat aangedikt of verzonnen, maar dat maakt voor het verhaal niets uit. Een songtekst hoeft niet waar te zijn; hij moet goed zijn.
Momenteel heb ik even weinig tijd om te schrijven. Mijn werk op de Rockacademie (Ton Engels doceert aldaar het vak Songwriting-FK), slokt al met al aardig wat tijd op. kan pas weer aan de slag als mijn hartslag weer onder 200 komt.
Ik heb heel veel tijd nodig. is ook iets wat ik op school altijd zeg: het is niets anders dan heel veel spelen en daar dus ook tijd voor maken. Er iss een heel ambachtelijke kant, het is niet alleen intuitie, maar zeker ook een kwestie van veel ervaring en discipline. Kijk als je een vis wilt vangen moet je in ieder geval naar het water toe, zo is het eigenlijk met schrijven ook.
Het is een kwestie van gaan zitten en beginnen. Als ik begin, doe ik dat altijd vanuit een bepaalde basis en vaak kom je dan terecht in een bepaalde state of mind waarin ik dan dingen hoor die ik uit kan gaan werken. principe schrijf ik nog steeds hetzelfde als pak ‘m beet 20 jaar geleden, al moet ik wel zeggen dat een hele hoop gedoe inmiddels is verdwenen.
Blowbeat was af en toe wel wat gezocht, zonder dat nu onder de grond te willen schoffelen, want dat heeft ook met leeftijd te maken en met het feit dat je dingen moet durven verkennen. Je moet je eerst door bepaalde zaken heen worstelen, wil je ergens komen. zocht altijd het experiment, deed de meest bizarre dingen, zo dacht ik bijvoorbeeld dat ik op zijn minst altijd een 5/4 moest spelen om enigszins experimenteel te klinken. De akkoorden van een nummer als ‘Karel en Helma’ op ‘Wermer as vandaag’ kon ik op mijn vijftiende al wel spelen, maar geen schijn van kans dat ik toen die song had kunnen maken.”
Ton Engels liet zich in zijn muzikale carrière beïnvloeden door een breed scala van muzikanten en muziekstromingen. Hij beschouwt muziek als een grote puzzel die op zijn plaats valt. Niet als een einddoel op zich, maar als een reis waarbij een hele hoop leuke dingen zijn te beleven. zeer geregeld maak ik het mee dat ik weer een akkoord of een klank vindt, waar ik helemaal blij van word. Die constante prikkeling om te klooien met akkoorden, klanken en sfeer.
Ik kon het nooit uitstaan als ik dingen hoorde die ik niet snapte, dan was het zoeken, zoeken en nog eens zoeken totdat ik het wel begreep en hoorde. Zoiets te laten liggen was echt mijn eer te na. De laatste tijd hoor ik niet zoveel nieuwe, oorspronkelijke dingen. Dat wordt ook steeds moeilijker, maar in principe hebben we als muzikanten ooit eens afgesproken dat we alleen maar dingen zouden maken die we zelf goed en de moeite waard vinden. is het net andersom, 99% in de popmuziek ontstaat met de intentie te scoren. En als er al eens een keer iets aardigs gebeurd wordt het vaak direct door de commercie ingekapseld.
De onschuld in de popmuziek is dan ook al een tijdje verdwenen. publiek gaat er ook in mee natuurlijk met als gevolg dat iedere nieuwe plaat moet klinken als de vorige. maakt tegenwoordig succes, het gaat allang niet meer om de inhoud.. , dat ligt niet alleen aan het publiek, immers; als je het publiek alleen maar stront voert, dan lusten ze op een gegeven moment alleen maar stront. Ik kan ik iemand als Neil Young wel waarderen: die loopt dan weer tegen de country aan, dan weer tegen de rock, maar loopt zich wel voortdurend zelf te amuseren. Hij verkeert dan wel in een luxepositie, maar houdt vast aan zijn idealen en ideeën. Een band als Eels weet ook zulke gehaaide constructies te bedenken dat het niet gauw gaat vervelen, het blijft voortdurend onvoorspelbaar en dat is dan ook waar het allemaal om zou moeten draaien.
De Rockacademie in Tilburg dan. Engels geeft daar twee dagen per week les in het vak Songwriting. Wordt er in de pers en soms door vakbroeders nogal eens smalend gedaan over deze opleiding, Ton Engels is een heel andere mening toe gedaan. Om muzikant te zijn moet je in ieder geval beschikken over passie en talent, maar buiten dat valt er nog zoveel te leren. Denk je nou echt dat bijvoorbeeld iemand als Robert Johnson al zijn stukken helemaal in zijn eentje bedacht heeft? Die heeft ook dingen gehoord, geïmiteerd en daar vervolgens zijn eigen draai aan gegeven. Het is voor een groot deel ook een kwestie van de kunst af kijken, zeg maar. Dit is nu eenmaal qua popmuziek niet de meest romantische periode, dus is er gewoon een school waar je het een en ander kunt gaan halen.
De passie, ook bij de jongere generatie, is er ook nog altijd, merk ik. Alleen hebben ze het allemaal zo druk. Er is zoveel te doen. Alles veel, alles snel en alles 1 millimeter diep. Ik vond het ook geen enkel probleem om dagelijks urenlang gitaar te spelen, en nou willen die jonge gasten dat ook wel, maar er lonken voor hen nog zoveel andere zaken, dat het er vaak gewoon niet van komt.
Vanaf zomer 2000 trok Ton Engels, solo of met de Medeplichtigen (Eric Coenen en Arhtur Lijten) veelal de theaters in. Ook Blowbeat is volgens Engels nog niet ‘dood’.
“Ik beschouw Blowbeat meer als een open einde, wie weet wat er in de toekomst nog op stapel ligt. Ik heb in ieder geval ook plannen om weer wat meer Engelstalig te gaan schrijven, dus wie weet…….. In Duitsland hebben we met Blowbeat best wat succes gehad, maar dan ook nog in een bepaald circuit.
Maar wat is succes?
Er zijn genoeg van die muzikanten die vroeger eens een hitje gescoord hebben en die nu in de kroeg avond aan avond zitten te vertellen hoe fantastisch dat wel niet was. Wat dat betreft vind ik het wel mooi dat ik met mijn passie voor muziek nog steeds mijn boterham verdien…………….