Interview / The Blues Alone / 2013
Ton Engels interview - Hen Metsemakers / Frank Hurkmans
29-3-2013
Mister Inglish spreekt de wereld in het Engels toe 18 maart jongstleden zagen we na wat hints en fragmentjes een intrigerende muziekclip (prod. Louk Voncken) op Youtube verschijnen onder de naam Mister Inglish met als songtitel ‘Fan Mail (It’s Not The Same Anymore)’: www.youtube.com/watch?v=-h3S54rCXuo Afzender: Vulcano Music.
Voor de liefhebbers is het meteen duidelijk dat dit klinkt als een Blowbeat basis. Maar met een Clavinet, brullende Hammond en dan die koortjes erbij? In de clip zijn diverse symbolische boodschappen opgenomen. Kopieerapparaat? ‘It’s not the same anymore´ in het refrein. Een A4tje met dode helden van Ton. De nodige zelfspot. Wat zou hier in gods of andere naam aan hand zijn? Zou ie zijn testament aan het opnemen zijn? Een nieuwe Blowbeatplaat wellicht? Niets van dat alles is echter waar. Ton werkt onder de naam Mister Inglish aan nieuw werk met een voor Ton Engels tamelijk brede instrumentale basis. Onze indruk is na aan bezoek aan de Vulcano studio dat hier een muzikaal pareltje in de maak is. De doopnaam zal worden: ‘Short Stories’. We trekken de stoute schoenen aan en benaderen Ton voor een nadere toelichting. En hij nodigt ons direct uit voor een feitenonderzoek in de Vulcano Studio in Panningen.
We arriveren 10 uur in de ochtend en lopen de ‘huiskamer’ van de studio binnen.
Op de bank staat de hoes van Warm Motor van Mr. Albert Show op een van de fauteuils. De plaat zelf ligt op de platenspeler. Her en der partituren op tafel, een relaxte muzikantenomgeving zoals Hen die ook wel herkent voorzien van uiteraard een koelkast, koffiezetapparaat, magnetron, etc. Ton zit aan de mengtafel en is druk aan het werk. Wij worden hartelijk begroet. ‘Zijn jullie hier voor het eerst?’ vraagt ie ons. Dat zijn we inderdaad. Op onze opmerking over dat we Mr Albertshow ook kennen uit vroegere jaren roept Ton met een grijns op zijn gezicht: ‘Bertus (Borgers red.) zei vroeger altijd: ‘een bietje vent speult in een band.’ Ton vertelt ons trots dat hij met aan aantal kameraden en technici (o.a. zijn vaste ‘crew’ de gebroeders Tom en Ruud Lucker) een deel van de champignons kwekerij , waar de studio in gelegen is, omgebouwd heeft tot de huidige studio. Een jongensdroom ontschiet me spontaan uit de mond terwijl ik zo rondkijk. ‘Inderdaad, een jongensdroom. Dat mag je zo wel noemen’. ‘Alles wat ik nodig heb om muziek te maken en muziek op te nemen hebben we hier voorhanden. Loop maar eens mee naar de opnameruimte.’ In de opnameruimte staat in een van de hoeken een Hammond verdekt opgesteld alsmede een eenvoudig Adams drumstel, verschillende smalle hoge Bose speakerzuilen, versterkers, etc. ‘Die zuilen en de drums gebruiken we om groepsrepetities te doen.’ We wijzen naar de Hammond: ‘Is dat de Hammond die op Fan Mail te horen is?’. ‘Klopt’, zegt Ton, ‘Deze Hammond heb ik ooit voor een habbekrats van een kerkbestuur gekocht. Verderop staat de Lesley-Box die ik apart heb aangeschaft. Erg duur trouwens in onderhoud zo een ding. Een Hammond is eigenlijk geweldig in zijn soort en je hoeft er niet eens goed op te kunnen spelen. Gewoon wat basis akkoorden. Het geluid van een Hammond vult de rest van de muziek zo aan in al zijn registers en klankleuren. Dat is wat ik heb gedaan op Fan Mail’. Ton tilt de zitplank van het bijbehorende bankje op en laat ons zien dat er nog originele kerkmuziek partituren inliggen plus voedselbonnen uit de tweede wereldoorlog.
‘Buiten de twee dagen in de week die ik als leraar doorbreng op de Rock Academie (Ton is daar leraar songwriting) ben ik hier veel te vinden’. Je bent hier niemand tot last en kunt zo lang doorgaan als je zelf wil. Of het nou altijd met het werk te maken heeft dat we hier doen zal ik niet zeggen, maar het is goed vertoeven hier. Zeker in de warme maanden wil het er hier tot diep in de nacht ouderwets aan toe gaan.’ ‘Op woensdag doe ik hier dingen met studenten van de Academie. Donderdag en vrijdag ben ik meestal met eigen werk aan de slag’. Nadat een gastvrije Ton ons een mok koffie aangeboden heeft komen we terzake.
Je hebt ons nieuwsgierig gemaakt met je filmpje op Youtube en al die symboliek die uit de beelden sprak. Waar ben je mee bezig? Een nieuwe Blowbeat plaat? ‘Ja, dat filmpje van Fan Mail. Weet je dat ie op Facebook al meer dan 100 keer is gedeeld in de eerste week? En erg veel positieve reacties alom. Het zijn natuurlijk voor het merendeel de liefhebbers die me traditioneel volgen. De vraag is of er over een poos nog belangstelling voor is. Op die sociale media kun je dat prima volgen’. ‘Fan Mail gaat eigenlijk over wat mij heel mijn leven echt aanpreekt in muziek maken en luisteren. Ik hou van muziek die pure vitaliteit uitstraalt, waar je ziet dat de muzikanten echt energie delen en plezier hebben in hetgeen ze aan het doen zijn. En dat maakt heel bijzondere krachten los. Ik heb er niet direct een Nederlands woord voor; de Engelsen noemen het quirky volgens mij. Muzikanten die elkaar aanvoelen en elk optreden weer net iets anders acteren, goed naar mekaar luisteren tijdens het spelen en dat ook op een plaat laten horen’.
‘Ik heb helemaal niks met die hedendaagse muziek waaraan je meteen hoort dat het virtueel is opgenomen. Voorbeeld? Neem nou Snow Patrol. Als ik daar goed naar luister geeft het me zo een hangerige indruk. Dat is voor mij geen muziek maken. ‘Allemaal zo strak en uitgebalanceerd. En de een kopieert het van de ander. De copieermachine heeft ook een hele duidelijke functie in de clip met een knipoog naar het verleden. ‘Ben nou eerlijk: Rhianna is toch echt niet hetzelfde geweld als Aretha Franklin’.
‘Laatst zag ik op de BBC een documentaire over Graham Parker. Dat is nou energie en passie in het muziek maken. Waar is die passie en energie gebleven?’ Jij praat erg geëngageerd over muziek en de beleving die daarbij hoort. Om eerlijk te zijn volgen Hen en ik jou onafhankelijk van elkaar al meer dan dertig jaar. Wat zijn jouw muzikale voorbeelden? ‘Goddamn zo lang al mannen’ en Ton kijkt ons bescheiden en onbegripvol aan. ‘Als het gaat om muzikale voorbeelden zit ik heel mijn leven al in een spagaat. Ik heb van de ene kant een enorme bewondering voor artiesten die de grenzen van gangbare opzoeken en er overheen durven te gaan. Frank Zappa, ook wel Peter Gabriel en King Crimson. Van de andere kant heb diezelfde fascinatie voor wat ze de singer-songwriters plegen te noemen. Artiesten die met een verhaal relevante zaken van het leven weten te benoemen. Neil Young, Tom Waits en Bob Dylan vallen in deze categorie voor mij. En Randy Newman natuurlijk!’ ‘Ik ben zelf ook iemand die eigenlijk trouw blijft aan het artiest zijn en niet puur voor de commercie kiest. Hoewel er natuurlijk wel brood op de plank moet. En als ik bv mijn muziek in een radioprogramma wil promoten moet ik wel de gage van de gasten voorschieten.‘ ‘Op school geven ze het artiest zijn te weinig focus. Het gaat daar vaak om carriereplanning, ‘unique selling points’ en ‘doelgroep benadering’. Op de vraag aan de gemiddelde student: ‘Wat wil je bereiken met je muziek?’ is het gemiddelde antwoord: ‘beroemd worden en veel geld verdienen’. It’s not the same anymore (red.) Wat wil je nog meer vertellen over je nieuwste artistieke project? ‘Na vijf dialect platen vond ik het tijd voor eens wat anders. Ik heb op dit moment 10 nieuwe Engelstalige nummers liggen die min of meer klaar zijn. En het als het allemaal lukt willen we die eind van het jaar op CD uitbrengen.’ Onder de naam Mister Inglish. De eerste Mister Inglish CD dus ? Ja. De nummers voor de nieuwe CD, met de naam ‘Short Stories’, zijn op een geheel andere manier tot stand gekomen dan de nummers die ik met Blowbeat heb opgenomen. De nummers voor de aankomende CD zijn vaak al meer dan 10-15 jaar oud. Ik heb een enorme voorraad aan songs die liggen te ‘rijpen’. Vaak zijn dat teksten, akkoordenschema’s en arrangementen. In mijn hoofd, op papier en op de computer. Soms krijg ik of mijn medemuzikanten een idee, en dan is het schakelen, zo van; ‘he! dat zou misschien wel wat zijn voor dit of dat nummer. Het wordt dan opgepoetst en indien het eindresultaat bevalt als nieuw nummer opgenomen en af gemaakt. Als ik kijk naar mijn makkers van Blowbeat en de verplichtingen die we artistiek en prive allen hebben lukt het ons niet regelmatig bij elkaar te komen om via het Blowbeat recept nieuw werk op te nemen. Kijk alleen naar het tijdsbeslag die de samenwerking met o.a. Gerard van Maasakkers en Trijntje Oosterhuis leggen op Arthur Lijten’s (drums/ zang) Leendert Haaksma’s (gitaar) en Eric Coenen’s (basgitaar/ zang) agenda’s.’ Hun andere activiteiten nog niet eens meegerekend.
Wat is dan zo het recept achter de werkwijze en sound?
‘Met Blowbeat namen we de basis van de nummers samen op hier in de studio. We speelden met zijn vieren en namen zo bas, drums en de gitaren op. Het samen spelen geeft een aparte vibe en als band ben je dan ook in staat om weg te bewegen van wat je van plan was en over en weer te reageren en je aan te passen. Vaste studiotechnicus Tom Lucker met wie ik al jaren werk, schakelt mee en samen komen we tot het eindresultaat. Hij voelt goed aan door ervaring wat ik bedoel of wil qua sound en sfeer’. Een prachtig voorbeeld van wat ik bedoel is hoorbaar op een van de oude Little Feat albums. Op een van de eerste elpees is er een nummer, de naam kan ik me zo niet herinneren, waarin de band, onverwacht, in een keer versnelt op het moment dat ze in een heerlijke vibe zitten. Richie Hayward komt ertussen met enkele drumfills en als je goed luistert hoor je opeens iemand roepen: ho, hier blijven. Dat is wat er ook vaak gebeurde als we als Blowbeat aan het opnemen waren.’ Geweldig die organische samenwerking. ‘Fan Mail’ klinkt ons ook wel als een Blowbeat nummer in de oren. Wat is dan de werkwijze voor de nummers van Short Stories en voor Mister Inglish?
‘Het klopt inderdaad dat Fan Mail in de basis als Blowbeat klinkt. De nummers op Short Stories heb ik voor het merendeel zelf ontwikkeld: de teksten, akkoordenschema’s, arrangementen. Per nummer varieert de instrumentatie nogal. In de kern is het een Blowbeat plaat; alleen buiten de gebruikelijk gitaren ben ik duidelijk andere instrumentaties aan het verkennen. Op Fan Mail heb je de Wurlitzer Clavinet, de Hammond en de koortjes al kunnen horen. Op andere songs wordt trombone en accordeon gespeeld en zelfs strijkkwartetjes. Het wordt dan ook qua sfeer een hele andere CD dan ‘Songs From The Crazy Planet’. Alle belangrijke partijen zijn al klaar en worden door de betrokken muzikanten ingespeeld. Intussen is bassist Eric Coenen ook al een kwartier aanwezig aan de stamtafel en voegt zijn visie toe. ‘Eric Coenen: het Blowbeat concept is natuurlijk geweldig om in te spelen. Echter, de medewerking aan de nieuwe CD met andere werkwijze geeft ook genoeg ruimte voor eigen inbreng. Alleen moet die wel sterk zijn anders veegt Ton het zo van tafel. Ik speel zelf o.a. contra bas op de CD. Een geweldige ervaring. En Ton heeft een neus om voor elk instrument en partij de geschikte muzikant te vinden.’ ‘Met Fan Mail moest drumloop, bas en gitaar kaarsrecht zijn. Ik wil natuurlijk voorkomen dat het een dwangbuis wordt en schat bij elk nieuw nummer in: is het beter alle partijen alvast te stapelen of beter alleen een basis neer te leggen. Ik wil mijn mede muzikanten natuurlijk niet helemaal vastzetten.’ ‘Op de laatste Blowbeat CD stonden al nummers die niet echt Blowbeat waren. ‘Laptop’ en ‘Trailer Trash’ zijn hier voorbeelden van. Die zijn ook op de Mister Inglish manier opgenomen. Welke andere redenen zijn er om onder een nieuwe naam naar buiten te treden? ‘Naast het aangepaste opnamerecept heeft Blowbeat de naam is een jamband te zijn die met name interessant voor muzikanten is. Als ik ‘Short Stories’ onder Blowbeat zou uitbrengen verwacht ik de facto de reactie: daar heb je die muzikantenband weer. De nieuwe muziek dekt die lading niet. Het is dan ook tijd voor een frisse naam’. ‘De oorspronkelijk gedachte was de naam ‘Spamrobots’ waar Ton onlangs nog een nummer getiteld ‘I Believe – Amen’ (protestsong tegen misbruik in de kerk) aan te nemen. Alleen gaat dat dus helemaal niet werken in het Internet tijdperk, Ik hoef jullie iet uit te leggen waar Spam mee geassocieerd wordt. ‘Die naam werkt niet’. Een andere reden is dat de bezetting van de nummers anders is en muzikaal op een enkele uitzondering totaal anders klinkt. Wat is de rode draad van de eerst CD van Mister Inglish? ‘De CD heet Short Stories. De rode draad is dat allen 10 de songs verhaaltjes vertellen. Niet de ‘klassieke’ song writer teksten; anders. Observaties is eigenlijk een beter woord. Heb je een voorbeeld van een typische story? ‘Hmm, ja. Neem het verhaal van de trombonespeler. Er is een tijd geweest dat wij regelmatig oefenden in een kelder in Eindhoven. En iedere week, op dezelfde dag in de week; zelfs tijdstip klopte, kwam er een man ook spelen in de kelder. In zijn uppie. De man speelde op zijn trombone elke keer, maandenlang, hetzelfde deuntje. Achteraf bleek dat deze man op doktersadvies regelmatig ademhalingsoefeningen moest doen. En dat deed hij op de trombone. ‘Er moesten vooral lange noten inzitten’.
‘Ik kan het jullie beter laten horen!’ Ton kruipt achter de mengtafel en verontschuldigt dat de songs nog net niet helemaal af zijn. We horen een prachtig melancholieke song met dito intro waarin het verhaal van de trombonespeler verteld wordt met prachtige instrumentatie en zelfs strijkkwartetten op de achtergrond. Ik zie de trombonespeler in mijn geestesoog gewoon de trap aflopen en zijn ding doen. Eric Coenen speelt de contrabas. Dit is een juweeltje.
Mij lopen de rillingen over de rug en ik zie bij Hen dezelfde reactie. Wij zeggen in koor: wat is hier niet af aan dit nummer Ton? Ton antwoord: ‘het gaat om details. Daniel Lanois heeft dat ooit mooi gezegd: de kunst is om zo lang te sleutelen aan de sound tot het niet meer beter gaat. Alleen weet je dat altijd pas achteraf. En onderweg gooi je wel eens wat weg waar je dan weer spijt van krijgt. En om Jaap van Zweden te citeren: ‘een ervaren muzikant hoort elke dag als student op te staan’. En dat hou ik mij ook voor. Ton laat ons nog het nummer ‘Skeletons’ horen. Thema van deze song is dat elke mens wel iets te verbergen heeft. ‘Skeletons’ heeft wel de herkenbare Blowbeat vibe met zeer aanwezig en herkenbaar de unieke speelstijl en sound van Leendert Haaksma. Ton heeft als reactie: ‘de band drukt nog wat te veel. Moeten we nog aan sleutelen en de koortjes moeten nog ingezongen worden’. Het wordt tijd op afscheid te nemen en we bedanken Ton, Eric Coenen en Ton’s broer voor de gastvrije ontvangst en het openhartige gesprek.
Zoals in de intro al gemeld wordt er door Ton c.s. gewerkt aan de afronding van een nieuw juweeltje in de Nederlandse muziek. Een werk waar alle ervaringen en inzichten die Ton Engels heeft opgedaan in zijn lange carriere in terug zullen komen. Wij kunnen niet wachten tot de CD uitkomt en zullen er zeker een review aan gaan wijden hier in The Blues Alone.
www.misteringlish.com
www.vulcano-music.com/nl/studio/studio
www.youtube.com/watch?v=-h3S54rCXuo